Begijnhofhuisje te Hoogstraten

Wanneer een gebouw of site beschermd wordt als monument of cultuurhistorisch landschap zou je denken dat er meteen gestart wordt met het herstel en het behoud van de erfgoedwaarden. Dat dit niet altijd even gemakkelijk gedaan als gezegd is, toont het verhaal van het Begijnhof van Hoogstraten in de eerste 20 jaar ná haar bescherming in 1971.

Het begijnhof van Hoogstraten ontstond op het einde van de 14de eeuw, beleefde haar hoogdagen tijdens de 17de eeuw, maar geraakte in verval toen de Franse Revolutie in het land kwam. Volgens de revolutionairen waren de begijnhoven immers “oorden van ledigheid en luiheid”.

Pas na WO II kwam het begijnhof weer in de aandacht, toen de kerk van het begijnhof beschermd werd in 1953, en het begijnhof in 1971 volgde. Er werden toen restauratieplannen opgemaakt, maar hier werd geen concreet gevolg aan gegeven. Er moest gewacht worden tot 1992 toen ‘Het Convent’ zich kandidaat stelde voor de restauratie en de ultieme oplossing bracht. De 34 leden van ‘Het Convent’ namen elk de restauratie van één van de resterende 34 begijnhofhuizen voor hun rekening; en samen stonden ze borg voor de restauratie van de gemeenschappelijke delen zoals de begijnhofmuur en de groenvoorziening.

Tezamen met een team van historici werden ontwerpen gemaakt waarin de overblijvende interessante interieurelementen zoals vloeren, balklagen, en schouwen zorgvuldig gerestaureerd en gecombineerd werden met een smaakvolle eigentijdse inbreng. Archivaria onderzocht het begijnhuisje nr. 20. Foto’s van voor, tijdens en na de restauratie tonen het moeilijke, maar uiteindelijk geslaagde proces.

De restauratie van het begijnhof kreeg uiteindelijk in 1997 de Vlaamse Monumentenprijs; in 1998 de Henry Ford European Award; en in 1998 werd het begijnhof van Hoogstraten samen met 12 andere Vlaamse begijnhoven ingeschreven op de lijst van het Unesco Werelderfgoed.