Parochiekerk Heilige Petrus en Paulus met pastorie en pastorietuin te Geetbets

In samenwerking met Steenmeijer architecten werd een beheersplan opgemaakt voor de de Heilige Petrus en Pauluskerk met kerkhof, en naastgelegen pastorie met pastorietuin, waar zich de als monument beschermde Ginkgo biloba in bevindt.

De plattelandskerk van Geetbets is het resultaat van een nieuwbouw uit 1776. De oude kerk was namelijk bouwvallig en werd op de toren na volledig afgebroken en vervangen. In de loop van de 19e eeuw bleek de kerk te klein te zijn, waarop in 1855-1859 nieuwe uitbreidingswerken volgden. Hierbij werd de inmiddels bouwvallige toren neergehaald en werd de kerk verder naar de straat toe verlengd en afgesloten door een nieuwe toren. Het is tijdens deze periode dat de kerk zijn huidige vorm kreeg. Historische interieurfoto’s laten echter zien dat de zeer rijkelijk uitgewerkte kerk jammer genoeg heel wat van zijn artistiek en esthetisch waardevolle elementen verloren heeft, zoals de opvallende wand- en plafondschilderingen, en de indrukwekkende beeldengroep met afbeelding van de apostelen.

Halverwege de 18e eeuw werd de naastliggende oude pastorie vervangen door het huidige gebouw. De architectuur van de buitenzijde is streng, symmetrisch en strak, maar binnen zijn toch nog enkele fraaie interieurelementen terug te vinden, zoals de classicistische trappartij. In de tuin werd tijdens deze periode een Ginkgo biloba aangeplant. Deze boom groeide intussen uit tot de grootste Ginkgo van ons land, en werd mede daarom apart beschermd als monument. Deze uitheemse boom was een nieuwigheid in de 18e eeuw en werd toen vanuit Oost-Azië via de plantentuin van Utrecht in Europa ingevoerd.

Verder was de kerk steeds omringd door een kerkhof, welk samen met de bouw van de nieuwe kerk in de 18e eeuw volledig genivelleerd werd en heraangelegd werd. Vervolgens kende de site een grote uitbreiding in 1900, waarbij ook de kerkhofommuring tot stand kwam. Door de vele ruimingen door de jaren heen blijven er heden geen pre-WO I graven meer over, op de imposante grafkelder van de familie Booten uit de late 19e eeuw na.