Parochiekerk Sint-Pieters-Banden, Voorde
In samenwerking met Bressers architecten werd een beheersplan opgemaakt voor de Sint-Pieters-Bandenkerk met kerkhof te Voorde
Het huidige uitzicht van het dorpskerkje van Voorde is een goed voorbeeld van hoe niet alle ingrepen uit het verleden zomaar een erfgoedwaarde kunnen toegekend worden. Het originele slanke gotische kruiskerkje kent zijn oorsprong in de 14e eeuw, vermoedelijk als slotkapel bij het nabijgelegen kasteel. De toestand van de kerk bleef lange tijd ongewijzigd, tot men in 1758 het interieur volledig vernieuwde. Hierbij werd het heden nog aanwezige meubilair en vaste afwerkingen in elegante rococo-stijl toegevoegd. Volgens het beschermingsbesluit werd toen ook een ingrijpende uitbreiding doorgevoerd, waarbij het transept opengebroken werd en het éénbeukig schip volledig werd gesloopt en vervangen werd door een veel breder driebeukig schip. Deze ingreep is nog zeer goed afleesbaar in de voorgevel waar de oude gotische klokkentoren is blijven staan en ingebouwd werd in het nieuwe schip. Deze ingreep werd in 1758 geplaatst door de toenmalige erfgoedonderzoekers omdat dit jaartal op een van de koorgewelven aangebracht is. In onze studie hebben wij dit echter weerlegd, zowel stilistische, materiaaltechnische, als archivalische bronnen wijzen erop dat deze uitbreiding pas in het laatste kwart van de 19e eeuw plaatsvond. Hoewel dergelijke historische ingrepen doorgaans een erfgoedwaarde gegeven worden, in dit geval bijvoorbeeld een historische waarde omdat het gaat over een goed bewaard 19e-eeuws relict, konden wij dit bij het opstellen van een waardebepaling toch niet verantwoorden. De uitbreiding is ons inziens namelijk zeer storend: ze zorgde er voor dat het uitzicht van het historisch zeer waardevolle gotische kerkje bijna onherkenbaar werd. Ook is de nieuw toegevoegde constructie architecturaal gezien zeer mager uitgevoerd. In een periode waarin de rijkelijke neogotiek de plak zwaaide koos men er hier voor om een uiterst sober interieur neer te zetten, met enkel de striktst noodzakelijke structurele elementen. Ook het exterieur kan bezwaarlijk een architecturaal succes genoemd worden. De verhoudingen van de westgevel kloppen niet meer, het torenvolume werd bijna volledig opgeslokt door het nieuwe volume en men heeft geen moeite gedaan om de nieuwe gevel enige architecturale uitstraling te geven, of om deze te laten aan sluiten bij de bestaande toren. Het is daarom dat wij binnen ons onderzoek uitzonderlijk gesteld hebben dat er volgens ons bij een toekomstige herbestemming van het gebouw mogelijkheden moeten zijn om ingrijpend om te gaan met dit 19e-eeuwse volume. Dit kan zelfs gaan tot volledige sloop ervan en vervanging door een meer respectvolle invulling in een hedendaagse stijl dat de resterende gotische gedeelten terug opwaardeert.