Bovengrondse oliepijpleidingen, Petroleum Zuid Antwerpen
Naarmate petroleum in de loop van de 2de helft van de 19e eeuw voor steeds meer doeleinden nodig was, vergrootte de schaal van de petroleumhandel in de Antwerpse haven. Hierdoor werd op het einde van de 19e eeuw beslist om een nieuwe industriële site uit te bouwen in de Hobokense polder, nl. Petroleum Zuid. Op de site werden loodsen en petroleumverwerkingsbedrijven opgericht. Om deze bedrijven te voorzien van de ingevoerde petroleum werd de Jettypier aangelegd. Van deze pier konden schepen hun lading petroleum afleveren, wat vervolgens via een ondergronds buizenstelsel van pijpleidingen naar de verschillende bedrijven vervoerd werd. De oliepijpleidingen waren m.a.w. de levensader van de industriële site.
Al snel bleek dat aan dit buizenstelsel echter heel wat nadelen verbonden waren, waarop werd beslist om de leidingen bovengronds te brengen in 1938. Hiervoor werd een constructie uitgedacht van een reeks identieke stalen portieken die de leidingen omhoog hielden. Dergelijke constructie was zeer vooruitstrevend voor deze tijd, en er moesten dan ook heel wat onderdelen uit het buitenland geïmporteerd worden.
Het beheersplan voor de bovengrondse oliepijpleidingen op Petroleum Zuid te Antwerpen werd opgemaakt in samenwerking met RE-ST architectenvennootschap.